W.O.W. Watou
Voor de tweede maal in mijn leven toog ik naar Watou, voor het mooie jaarlijkse kunstenfestival op uitnodiging van Toerisme Vlaanderen. In de jaren '80 waren poëzie zomers gestart door dichter en dorpsbewoner Gwy Mandelinck in dit kleine Vlaamse dorp- niet ver van Ieper en de Franse grens. Nu herinneren nog enkele gedichten in het dorp aan hem. Zijn huisje is inmiddels omgetoverd tot een bed and breakfast. Watou is op zich niet veel bijzonders; een klein West Vlaams dorp van nog geen 2000 inwoners met maar liefst twee brouwerijen, een klein dorpsplein met kerk en parkeerplaatsen en eromheen enkele fijne restaurants en cafés. Oh, en niet te vergeten de goede slager met streekproducten. Leuk, klein en een beetje rauw Vlaams plattelandsdorp, een pleisterplek voor fietsers.
Brouwerij in Watou
Watou, dorp van hoge goesting/ gisting
In het dorpspark, de telefooncellen met gedichten en rechts het 'Niet Storen' bord van Martijn Engelbrecht.
Reizen door het voorportaal van de hel
In opperste zomerstemming besluiten wij (mijn geliefde en ik) na ons werk vanuit de Hollandse randstad op Watou aan te rijden. We denken: 'Het is maar drie uur rijden en we vinden onderweg wel een hotelletje, misschien in de buurt van Ieper. Maar juist die avond breekt er in Nederland en België een enorm noodweer los. Het wordt rond half acht al pikdonker en binnen korte tijd komt het water met bakken uit de hemel. Het staat zo hoog op de weg dat er nog maar een rijbaan beschikbaar is op de E19. We rijden langzaam door. Het water stroomt door de putten weer omhoog en de straatverlichting gaat niet aan, wat het zicht nog meer bemoeilijkt. De ruitenwissers doen hun uiterste best op de hoogste stand, maar we zien bar weinig. Ik besluit een hotel in Antwerpen te bellen, maar dat lukt niet. Het telefoonnetwerk is helemaal uitgevallen. Eenmaal in de stad lukt het me om iemand aan de telefoon te krijgen. De jonge, vriendelijke stem aan de andere kant stelt ons gerust- zij heeft nog wel een kamer. We zetten het adres in onze navigatie en dobberen langzaam een pikdonker Antwerpen binnen. Eenmaal in de parkeergarage onder de Grote Markt, pakken we wat spulletjes voor de nacht. Het is bloedheet maar overal staan grote plassen water. Ik plak van het zweet en sta op open schoentjes in een vieze regenplas. Een aangeschoten meisje glijdt uit en valt van de spekgladde trap in de parking en wordt opgevangen door haar vriendje. Ik heb werkelijk geen idee hoe we naar het hotel moeten, mijn reisgenoot overigens ook niet. Intussen giet het nog steeds en staan we wat wazig voor ons uit te kijken op de Grote Markt onder een veel te kleine paraplu. Een hele vriendelijke Vlaamse jongen schiet ons te hulp. Zijn vriend is wat ongeduldig en loopt door. Maar hij neemt de tijd om het adres van het hotel in te typen op zijn telefoon en legt ons geduldig uit hoe we moeten lopen. Dat is nog eens lief! En dan worden we weer super gastvrij ontvangen in een heel prettig drie sterren hotel vlakbij de Markt, Matelote.
Hotel Matelote
Wij druipen, dus we hebben ongetwijfeld een hoog zieligheidsgehalte. Ik ben direct onder de indruk van de jonge receptioniste die ons vakkundig het hotel en onze kamer inloodst. Ze geeft ons bij wijze van uitzondering de junior suite met airco voor de prijs van een gewone kamer. Heerlijk, om na zoveel stress even in de watten te worden gelegd. De Antwerpse gastvrijheid bevalt ons goed. Ik zeg: 'We moeten nog eten. Het is nu na 21 uur, denkt u dat er nog ergens een restaurantkeuken open is?' Ze belt direct naar de overkant- de patron zwaait door het raam naar ons dat het goed is. Ik ben op slag verliefd op haar, nu ja, een soort van....
Daarna volgt een copieuze maaltijd aan de bar van de open keuken van wijnrestaurant InVINcible met runderhart, varkenspoot, côte a l'os en natuurlijk vloeit de wijn rijkelijk. De mannen in de keuken praten gepassioneerd, maar zonder poespas, over het eten, de producenten, koken én over wijn en bijzondere whiskey. Intussen wordt de limoncello gemaakt en de wijn steeds bijgeschonken. Ik word weer warm en voel me op mijn gemak. Subliem eten maakt blij. We rollen ons hotel weer in en de volgende dag begeven we ons richting Watou.
De mannen van InVINcible op dreef in de open keuken
Watou, kunstenfestival 2015
We kunnen ons een dag lang helemaal overgeven aan kunst en poëzie in Watou. Een ongekende luxe als je een groot gezin hebt en allebei een drukke baan. Dat voelt inderdaad als je hersenen even vrijaf geven en je laten voeden met nieuwe inzichten, onverwachte gebeurtenissen, verrassende woorden en visuele prikkels.
Kintera in de kerk van Watou
Lezende suppoosten op verschillende festivallocaties
Soms zijn de plaatjes bedoeld mooi, zoals de conservator de kleurrijke installatie van de kunstenaar Kintera in de kerk plaatste. Maar soms zijn ze onbedoeld passend bij het thema en mooi. Op elke locatie waar je komt zit een student(e) die je kaartje afvinkt en soms extra informatie geeft over wat er te zien is. Bijna al deze studenten maken lange dagen op het festival en hebben bijna allemaal een boek bij zich. Ik praat met enkelen van hen, want ik ben nieuwsgierig hoe zij hun wachttijd, hun luwte opvullen. Meestal met lezen dus, heel toepasselijk op deze plek.
We lopen die dag bijna alle locaties af. De volgorde maakt niet uit en als we een terras tegenkomen kunnen we even uitrusten.
Op zoek naar de volgende locatie in Watou
Sommige kunstwerken verwijzen heel direct naar die onthaasting, andere werken staan meer op zichzelf. We genieten van verschillende werken en lezen de meeste gedichten aandachtig (zie ook het beeldverslag hieronder). Het pijlenlandschap van Ryan Gander, de ruggen (Nursing Corpses) van Chantal Pollier in combinatie met het prachtige gedicht van Rutger Kopland ('Tot ik je rug zag- alsof je iets wilde met mij, daarom streelde ik met mijn ogen jouw rug...'), een gedicht over lezen van Peter Theunynck, een ontploffende mesthoop van Sam Durant, een installatie van een man met een regenhoed op waar het water vanaf druppelt, het grote 'Niet storen' bord van Martijn Engelbrecht in het lege Vlaamse landschap, de 'Wis met deze pil je gehele verleden' of nog pijnlijker 'Clone your girlfriend's best friend' met deze pil in de installatie van Dana Wyse. Of de medische installatie van John Wyse waar je met moeite de ogentest doet om er een gedicht in te ontcijferen. Of de verhalen van Remco Campert over inspiratie vinden om te schrijven en ouder worden... Of de fetisj jager van Robert de Vriendt- een aaneenschakeling van mysterieuze scenes uitgebeeld met miniatuur schilderijtjes als een beeldverhaal. Onze favoriet is van Hans op de Beeck. Daar wordt zelfs míjn drukke hoofd helemaal rustig van. Natuurlijk probeer ik een paar fotootjes te nemen voor deze blog maar eigenlijk, wil ik mijn telefoon snel weer opruimen. Het is een betoverend filmpje met getekende animatie. Maar steeds een klein deeltje van de film beweegt: bijvoorbeeld een fronsend voorhoofd, een flakkerend kaarsenvlammetje, een rivier, de rest staat stil. De combinatie met de feeërieke muziek, maakt dat ik neerzak op de vloer van de brouwerij. Ik leun op mijn handen naar achter. Ik laat even de boel de boel. Mijn geliefde komt naast me zitten en legt zijn hoofd op mijn schoot. Samen zitten, samen kijken, gewoon even zijn. Dat overkomt ons gewoonweg. Onthaasten in Watou op een warme zomer namiddag op de betonnen keldervloer van de brouwerij, even niksen in een luwte van de tussentijd.
Ft Ftt Ft.... van Ryan Gander in het gemeentehuis
Nursing Corpses van Chantal Pollier, op de grond in een oud woonhuis
Lezen- Peter Theunynck
Stills uit Night Life van Hans op de Beeck
Dana Wyse, Jesus had a sister productions
Margriet van Breevoort (welke van de twee is het kunstwerk?)
Het water stroomt van zijn capuchon....
We hide from ourselves the way we hide from each other... en ander werk van John Isaacs
De rokende mesthopen van Sam Durant in het parochiehuisje
Dé Wally
We moesten ook overnachten na zo'n lome festivaldag, natuurlijk. Op een boogscheut van Watou, in het grensdorp Abele, vind je HET fenomeen van België: Wally. Nee, niet die Wally, en nee dus niet Eddy Wally maar DE Wally, zoals ze hem in het buurdorp Watou noemen. We hadden bij hem een mooie overnachting in zijn bed en breakfast. En daar ontmoetten we dus de kleurrijke Wally, grensfenomeen en Elvisfan. Hij is net boven de 70, trekt een beetje met zijn been als hij loopt, maar zijn ogen stralen. Hij is een echte paradijsvogel. Hij is eigenaar van de bed en breakfast 't Kommiezenkot- genoemd naar de grenswachten die daar vroeger sliepen en de grens bewaakten. In de b&b zit een museum dat herinnert aan de tijd dat Abele een echte grensplaats was en dat de smokkelaars nog werden opgesloten in het gevang. Wally heeft de oude grensslagboom ooit weer opgevist (met medeweten van de douaniers teruggehaald) en hij is nu trots op dit stuk Europees erfgoed- en terecht! Wally mag met recht een grensfenomeen genoemd worden! Hij geeft zijn leven vorm, zoals hij het graag wil. Ook al heeft hij de nodige tegenslagen gehad in zijn leven; met zijn gezondheid (hij viel van een metershoge steiger en was verlamd) en in de economische crisis (hij krijgt zijn oude restaurant niet verkocht)...hij blijft zeggen: 'ik ben een optimist'. En dat is hij ook. Hij tapt met veel plezier de biertjes in het café onder de slaapkamers en zucht dan: 'Wat is het hier stil, hè?' Om vervolgens zijn goed ingerichte podium te bestijgen en met een energie van een jonge vent Elvissongs te zingen. En maar zwiepen met zijn microfoon en luchtpiano spelen... Hij geniet van de aandacht- ook al zijn we maar met zijn vieren aan de bar. Hij heeft er veel plezier in en wij ook. Ik kan iedereen aanraden om hier een nachtje door te brengen (misschien op weg van een vakantie in Frankrijk weer naar huis). Er is een parking die kan worden afgesloten. Niet teveel willen plannen als je er heen gaat- Wally maakt er een klein feestje van, als jij het wilt (...ook als jij het niet wil, schat ik in). Om 22.00 uur is de bar toe. Dus je kunt ook gewoon lekker slapen boven. Uiteraard eerst wel een biertje drinken aan de bar, een dansje wagen en héééél hard klappen. Alleen als het gemeend is, hè? Anders niet...
Een voorproefje van Wally vind je hier
Hangend uit onze kamer in het Kommiezenkot in grensdorp Abele
Wally (met douanierspet) and me
Bonusgedicht uit de kerk van Watou, Maud Vanauwaert