dinsdag 12 augustus 2008

Draagbaar geheugen

Help ik ben een afspraak vergeten, hoe heet die medewerker ook alweer, of welke sponsor hadden we voor die en die tentoonstelling? Ben ik vergeetachtig of gewoon te druk? Nu ja, iedereen vergeet wel eens wat...IBM denkt het ei van Colombus te hebben gevonden: The Pensieve. Erg veel vertrouwen heb ik er nog niet in (ik zie gelijk weer veel extra werk), maar wie weet wat de toekomst zal brengen...ik blijf hopen natuurlijk.

Het idee van een 'Pensieve' werd ontleend aan het magische voorwerp dat beschreven wordt in het vierde Harry Potter boek van J.K. Rowling:
"[...] It is called a Pensieve," said Dumbledore. "I sometimes find, and I am sure you know the feeling, that I simply have too many thoughts and memories crammed into my mind. [...]At these times [...] I use the Pensieve. One simply siphons the excess thoughts from one's leisure. It becomes easier to spot patterns and links, you understand, when they are in this form [...]".
Wie weet wat de toekomst zal brengen, misschien gaan we binnenkort massaal op zwerkbal? Zou ik stiekem best leuk vinden.

maandag 11 augustus 2008

Tweens


Lisa, Amy en Shelley gingen naar het Kindersongfestival. De AVRO kreeg veel kritiek over de volwassen styling van de deelnemers.
Voor wie doen we het nu allemaal die museale presentaties en tentoonstellingen? Veel musea richten zich op een jonger publiek. In ieder geval dat beweren ze in hun beleidsplan of fondsaanvraag. Soms is het een wassen neus om de geldschieter/ subsidieverstrekker binnen te halen. Vaak willen de culturele instellingen wel maar vinden ze het ontzettend moeilijk. Maar heeft het eigenlijk wel zin om een jonger publiek te willen trekken? En over hoe jong hebben we het dan?
Als je die laatste vraaag stelt aan verschillende musea zul je een compleet ander antwoord krijgen. Zo hoorde ik ooit een medewerker van een deftig museum zeggen dat alle bezoekers onder de 50 wat hem betreft jong waren (vergeleken bij de rest van het museumpubliek). We bleken het dus over een compleet andere definitie te hebben van jong publiek.
Het is onze taak dingen uit te leggen in het museum. Dus ook aan een jonger publiek. Vaak willen musea wel kinderen of jongeren bereiken, maar tijd en kennis ontbreekt vaak. Een speurtochtje of een mailing aan scholen kan er meestal wel af, maar echte aandacht over wie we het nu hebben (kleuters zijn ook jong) of voor wat die groep interesseert, is er meestal niet. En op basis daarvan kun je keuzes maken in jouw aanbod. Het helpt eigenlijk al ontzettend veel om de educatief medewerker eens een half dagje mee te laten lopen op een school (waar zich dan natuurlijk leerlingen bevinden uit de beoogde doelgroep). Dat geeft je echt een kijkje in de keuken maar ook het volgen van diverse sites en onderzoeken levert al veel op. Of zet eens een televisieprogramma aan voor de doelgroep of sla eens een tijdschrift open dat veel wordt gelezen door dat kind of die jongere.
Veel speurtochten in musea richten zich op leerlingen uit groep 7 en 8. Zij vallen in de groep die marketingjargon Tweens worden genoemd. Het gaat om kinderen en bijna-jongeren in de pre-puberteit. Dus de tijd dat je eigenlijk nog kind bent, maar al bij de jongeren of volwassenen wilt horen. Misschien een oubollig voorbeeld maar ik denk altijd aan het liedje 'Meisjes van dertien...er net tussenin. Te groot voor de poppen, te groot voor de merels. Te klein voor de liefde, te klein voor de kerels.' (Paul van Vliet 1970). Dat is inmiddels al weer wat achterhaald sinds Kids Getting Older Younger (KGOY). Maar goed dat is weer een ander verhaal.
Ik heb een keer een mooi voorbeeld van zo'n Tween gezien in het NAi in Rotterdam: een meisje van 12 -13 bijna volgroeid, buiktruitje, navelpiercing en je zou haar ouder schatten. Maar onder de rondleiding stond ze uitgebreid te duimen als een klein kind (en geen van haar vmboklasgenoten vond het raar of zei er iets van).
Toch zijn ze op sommige gebieden net als wij- de volwassenen. Zo heeft zeker 33% van alle Tweens in de V.S. een mobiele telefoon. Tweens laten fantasie rolmodellen los zoals prinsessen, ridders e.d. dat iets iets dat meer bij de kinderfase hoort. Vooral meisjes willen graag een herkenbaar levend rolmodel zoals een model of popster. Denk maar aan de meisjesgroepen als Kus of een de zanger Thomas Berge (met eigen realityshow). Ze willen graag ergens bij horen, bij een groep, bij een stijl, bij een muzieksoort. Vaak kiezen ze nogal behouden (ronduit conservatief) en willen ze zich omringen in een geidealiseerde wereld, verweg van de rauwe realiteit.
Nu ja, het gaat natuurlijk om algemeenheden maar het zijn toch herkenbare zaken als het om Tweens gaat. Dus als je iets wilt gaan ontwikkelen voor deze doelgroep: Tween erop los zou ik zeggen.
Voor meer info over Tweens en hoe ze benaderd willen worden klik hier.

donderdag 7 augustus 2008

Uncool, cool or Subzero: de smaakmatrix


Weer zo'n leuk vormgeversdingetje. Eeerder schreef ik al over de tagcloud die je ook in museale context zou kunnen gebruiken. Dit keer kwam ik een mooie smaakmatrix tegen in de bijlage van het Parool. Op de assen kun je natuurlijk van alles invullen. Veel beter dan een droog stuk tekst waarin je hetzelfde probeert uit te leggen en nuanceren.

Iets dergelijks had ik trouwens al eerder gezien (maar minder mooi vormgegeven) in het fantastische BBCprogramma Top Gear waarbij auto's door presentatoren en publiek worden ingedeeld in de zones 'Uncool, Cool or Sub Zero '. Erg grappig doen ze dat. Kijk maar.

Beauty is in the eye of the beholder: teksten voor bezoekers (vervolg)

Dolhuys, Haarlem
Een tijdje geleden schreef ik al over teksten in musea. Voor wie schrijven we? Wie kijkt er over onze schouder mee als we aan het schrijven zijn? Onze collega's, andere (kunst)historici, recensenten, (gast)conservatoren en bruikleengevers beinvloeden het proces. Maar zij zijn niet de gemiddelde museumbezoeker, voor zover die bestaat natuurlijk.

Het zou zinvol zijn om eens een gesprekje te beginnen met enkele bezoekers in jouw instelling, of met mensen in je omgeving die wel eens (kunst)musea bezoeken. Dan krijg je een beter beeld van wat ze al weten en welk terrein nog onontgonnen is.

De meeste bezoekers zijn hoger opgeleid, geinteresseerd in kunst maar niet per definitie ervaren in het kijken naar kunst. Zij zijn slim en lezen kranten, literatuur en gebruiken internet. Vooral niet onderschatten dus, die museumbezoekers. Hun visuele geletterdheid is in de meeste gevallen echter nog in ontwikkeling. Het zijn nog geen supergetrainde beelddenkers. Het heeft dus geen zin om ze toe te spreken als volleerde kunsthistorici. Hoe moet het dan wel?

Misschien werkt het wel het beste de teksten te schrijven aan iemand die je goed kent, af en toe een museum bezoekt en interesse heeft in kunst (of een ander onderwerp). In mijn geval is dat mijn moeder. Zij zit op mijn schouder, leest mee en stelt vragen. Zinnige vragen: zoals 'jij zegt wel dat bij kunstenaar x vergankelijkheid centraal staat, maar hoe kan ik dat zien aan de getoonde objecten?' Best lastig hoor, zo'n moeder op je schouder. En natuurlijk heeft het zin anderen je teksten te laten lezen. Misschien laat je al je tekst lezen aan een collega? Goed. Maar is die persoon ook representatief voor jouw publiek? Misschien toch eens een baliemedewerker, kassiere of boekhouder vragen je tekst te lezen? Het uiteindelijke doel is dat zoveel mogelijk bezoekers van kunst genieten, toch? Zoals ze zeggen: Beauty is in the eye of the beholder. Maar dan moet de 'beholder' wel een beetje op weg geholpen worden.

Meer lezen over museumbezoekers en hoe zij naar teksten kijken? Lees dan dit onderzoek van ontwikkelingspsychologe Abigail Housen. Zij ontwikkelde in samenwerking met het MOMA in New York een methode om te onderzoeken hoe bezoekers reageren op beeldende kunst en hoe je dat kunt meten.

Even aanhaken bij de actualiteit: deze week zag ik een aflevering van Vinger aan de Pols waarbij Sander Simons berichtte over zijn gevecht met longkanker. Hij beschreef heel nauwkeurig hoe slecht veel dokters communiceren met hun patienten. Hij eiste bijvoorbeeld eerst de artsen te ontmoeten die hem gingen opereren. Iets dat niet als vanzelfsprekend werd beschouwd in het ziekenhuis waar hij werd behandeld. Ook vertelde hij dat patienten vaak niet goed voorbereid aan behandelingen beginnen en vergeten de dokters veel praktische zaken te melden zoals de duur van de behandeling. En de menselijke vraag: 'hoe gaat het, ligt u goed, kan ik u nog ergens mee helpen?', bleef vaak helemaal achterwege. Natuurlijk gaat communiceren met patienten over een hele andere orde van grootte dan communiceren met een museumpubliek, maar het zette me wel aan het denken over mijn eigen werk.

vrijdag 1 augustus 2008

Woordwolk


Tagclouds of woordwolken zijn bedoeld om de surfende internetbezoeker te helpen zijn weg te vinden. Wat is het nu eigenlijk precies?Een tag cloud is een visuele weergave van de inhoudstags van een website. Tags die vaker gebruikt worden, worden bijvoorbeeld groter afgebeeld of op een andere wijze benadrukt. Na het aanklikken van een tag, surf je door naar een pagina met gerelateerde onderwerpen.

Ik vind ze vaak prachtig! Je kunt associatief verder zoeken op een onderwerp. Een ketting van begrippen om het startpunt heen. Je zou het kunnen vergelijken met de 'grijze zone' uit de semantiek. Semantici bestuderen de kern van een begrip, maar ook de grijze zone eromheen. Die grijze zone is geheel-omvattend, maar bevat meerdere grijze zones. Die zijn op hun beurt ook weer geheelomvattend. De tagcloud laat precies die grijze zone om het kernbegrip heen zien. Eigenlijk vergelijkbaar met een landschap dat is samengesteld uit meerdere elementen. Samen zorgen ze ervoor dat je het hele plaatje beter in beeld krijgt. Zowel in de breedte als in de diepte.
Ook in de museale omgeving zouden tagclouds de bezoeker kunen helpen het onderwerp van de tentoonstelling of museum te verkennen. Door de grijze zone kan het de bezoeker vanuit een breder perspectief bij het onderwerp betrekken. Bovendien zou het mensen kunnen helpen te associeren en het onderwerp te betrekken op zichzelf, op wat zij kennen en weten over het onderwerp.Tergelijkertijd zorgt die ketting van begrippen ook voor een brede benadering van het kernbegrip. Alsof je het landschap niet door een verrekijker ziet maar gelijk als een panorama. Natuurlijk is het jammer dat je in een tentoonstelling (uitgaand van een wandtekst) niet kunt doorklikken, maar het geeft een interesante, bredere orientatie op het onderwerp. Mooie en handige voorbeelden kun je vinden op Flickr.

Als je meer wilt lezen over (de geschiedenis van) tagclouds, kijk dan hier. Zelf aan de slag? Kijk op http://wordle.net/