De aanpak van het Erasmiaans is een goed voorbeeld- volgens mij- hoe je in een overwegend 'witte' omgeving kunt omgaan met instromende kinderen van allochtone afkomst. Waarom vind ik het goed, vraag ik me zelf nu af. Ik vind dat de docenten en de schoolleiding met aandacht en liefde de leerlingen benaderen. Ze durven gewoon ook de dingen die anders zijn te benoemen en te bespreken met kind, ouders en alle broertjes en zusjes die mee komen. Dat ze dan af en toe over de hoofden van de ouders van ' Appie' (Abdelrahim) op de ouderavond heen praten, is niet zo handig, maar de goede man doet wel zijn best.
In de NOVAreportage ' Het Gymnasium, een wit bastion' onlangs over hetzelfde onderwerp werd door een rector van een ander gymnasium gesproken van ' allochtoonse leerlingen' alsof ze een zeldzame reptielensoort zijn. Zo werden ze op dat gymnasium ook behandeld. ' Dit is onze troetelallochtoon', zegt de hoogblonde Haagse jongen over zijn klasgenoot.
Het verschil tussen de traditionele gymnasiumleerlingen en de nieuwe elite is pijnlijk duidelijk als een meisje een krant moet kopen en nog nooit heeft gehoord van de NRC of Volkskrant. Of als een van de geinterviewde meisjes uitlegt: 'eerst zat ik in de klas met Kaapverdische, Surinaamse, Antilliaanse kinderen en nu zit ik met 90% Hollandse kinderen in de klas- dan voel je je net een kip zonder kop'. Een nieuw publiek, een nieuwe elite vraagt een nieuwe aanpak.
Aaf heeft er een mooi stuk over geschreven, waarin ik me ook herken als oud-gymnasiast- ik moest alleen heel diep graven wie Ebru Omar was. Ha ha!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten