Thomas Hoving (1931-2009), de meest flamboyante museumdirecteur ever- is overleden. Hij werd op 36jarige leeftijd directeur (1967 to 1977) van het Metropolitan Museum of Art in New York. Dit werd pas bekend gemaakt enige tijd na zijn overlijden.
Ik heb met veel smaak zijn boek ' Making the Mummies dance' gelezen over zijn begintijd als directeur. Rock and Roll!
Hij werd een van de drie grote showdirectors van kunstinstellingen geboren in de jaren '30: de andere twee waren Alfred Barr, de eerste directeur van het Museum voor Modern Art in New York, die uit het niets een van de mooiste musea van moderne kunst opzette, en Pontus Hulten, de directeur die het Centre Pompidou in Parijs oprichtte.
Hij zorgde voor de modernisering van musea van ingeslapen bedoeningen tot culturele hotspots: met grote blockbusters die veel publiek op de been brachten, reclamebanners op de gevel en een goedlopende museumshop zodat er meer geld kon worden geïnvesteerd in uitbreiding van de collectie of mooie tentoonstellingen.
"Great art should be shown with great excitement", zei hij. Thomas Hoving werd 78 jaar.
hotspot to publish thoughts and notes on exhibitions and museums # weblog om gedachten en notities over musea en tentoonstellingen achter te laten
zondag 27 december 2009
dinsdag 22 december 2009
Als Disney de baas zou zijn van uw museum....
Fred Lee was senior vice-president van het Florida Hospital én werkte bij Disney University. Hij was medeontwerper van Disney's 3 daagse seminar voor de gezondheidszorg 'Disney's approach to quality service' en een nieuw seminar 'Customer Loyalty'. Met zijn ervaring in het ziekenhuis en vergelijkingen tussen Disney en ziekenhuis schreef hij zijn bestseller 'If Disney ran your hospital: 9½ things you would do differently'. Ik zou zoiets ook wel in museumland willen zien. Er wordt vaak spottend gesproken over de 'entertainmentsfeer' in musea, want het mag vooral niet te leuk worden. Ik vind dat er op het gebied van klantvriendelijkheid of 'hostmanship' (om met een ' 2009 woord' te spreken) nog veel geleerd zou kunnen worden. Goede voornemens voor 2010.....nu maar eerst eens dit boek bestellen en lezen.....
PS Wie heeft het lijstje al gespot met de 10 mooiste tentoonstellingen/presentaties van 2010?
PS Wie heeft het lijstje al gespot met de 10 mooiste tentoonstellingen/presentaties van 2010?
zondag 29 november 2009
'Weg met de tekstbordjes', een museum van plezier.
'Het Nieuwe Publiek'
'Weg met de tekstbordjes, vier visies op het ideale museum' was afgelopen september een artikel in NRC over de nieuwe koers die wordt gevolgd door vier museumdirecteuren.
Ik heb het al een paar keer gelezen om het wat beter om te laten inwerken. Zo zegt Wim Pijbes:'Het museum is in beginsel een educatief instituut.' Prachtig toch als alle museummedewerkers daar van doordrongen zouden zijn? Ik proef toch nog te vaak om me heen dat educatie alleen iets voor kinderen zou zijn, de volwassenen kunnen altijd wel af met een kunstwerk en (vaak slechtgeschreven) bordje ernaast. Edwin Jacobs zegt:'Contact maken met het publiek moet anders dan het tonen van een schilderij met tekst ernaast.' Het museum wordt door de directeuren (ook door Valentijn Byvanck en Meta Knol) gezien als een instituut waar je samen kunt leren en wat je zou kunnen zien als 'een nieuwe school van de visualisatie' (Jacobs).
Wat zou het heerlijk zijn als er meer musea zijn waar meer mensen zich op hun gemak voelen. Dat er een plek is waar je je kunt verdiepen, waar je met je volle verstand en gevoel kunt deelnemen aan kunst, geschiedenis, etc. Want het gaat om het binnen krijgen van een breed publiek én het deelnemen, het laten ontwikkelen van een interesse, het gevoel aanspreken en misschien zelfs het ontwikkelen van een passie. Daarvoor moet je niet de inhoud aanpassen maar je boodschap zenden op het juiste niveau. Maar hoe bereik je dat?- ook daar worstelen de directeuren nog mee. Want een gebrek aan inlevingsvermogen leidt tot isolement. Zo stelt Byvanck dat we museumbezoekers 'een verkeerde manier van kijken hebben opgelegd'. Hun zoektocht naar het op andere manieren zenden van de boodschap die ze over willen brengen is al een goed begin. Ik hoop aleen ten zeerste dat ze bij hun experimenten ook vastleggen wat de bezoekers er nu werkelijk van opsteken.
Maar niet elk museum heeft direct het geld en personele middelen om grote stappen te maken. Om te beginnen kun je eens kijken naar de manier waarop tekstbordjes zijn geschreven: daar pleitte ik al eerder voor in oudere blogposts.
Daarnaast kun je natuurlijk gebruik maken van de mogelijkheden die de digitale wereld ons biedt om bijvoorbeeld je boodschap op meer plekken te laten aankomen, maar ook door je verhaal op een niwue, meer uitnodigende manier te vertellen. Museum Boijmans maakt nu een interactieve installatie die op twee schilderijen wordt geprojecteerd, een interessante manier om op een nieuwe manier naar de schilderijen te kijken. Wim Pijbes opperde al dat als je directer contact wilt maken met je publiek dat je onderwerpen emotioneler moeten worden, 'you have to put a face on it'.
Zo wordt het museum van een plicht een plek van plezier.
dinsdag 10 november 2009
Jongeren in Europa- facts
">
Dit filmpje maakte onderdeel uit van een presentatie van de Museumdag van Nederlandse Museumvereniging.
Dit filmpje maakte onderdeel uit van een presentatie van de Museumdag van Nederlandse Museumvereniging.
vrijdag 6 november 2009
How does using social media benefit museums?
Check this:
En als je meer wilt weten: ga naar Kom je ook? 3 van Mediamatic op donderdag 26 november > een bijeenkomst over participatie, innovatie en nieuwe media in de culturele sector. Hopelijk even inspirerend als nummer 1 die ik ooit bezocht met mijn collega Willemijn.
http://www.mediamatic.net/page/100516/nl
En als je meer wilt weten: ga naar Kom je ook? 3 van Mediamatic op donderdag 26 november > een bijeenkomst over participatie, innovatie en nieuwe media in de culturele sector. Hopelijk even inspirerend als nummer 1 die ik ooit bezocht met mijn collega Willemijn.
http://www.mediamatic.net/page/100516/nl
donderdag 8 oktober 2009
De nieuwe elite- '...dan voel je je net een kip zonder kop'
De aanpak van het Erasmiaans is een goed voorbeeld- volgens mij- hoe je in een overwegend 'witte' omgeving kunt omgaan met instromende kinderen van allochtone afkomst. Waarom vind ik het goed, vraag ik me zelf nu af. Ik vind dat de docenten en de schoolleiding met aandacht en liefde de leerlingen benaderen. Ze durven gewoon ook de dingen die anders zijn te benoemen en te bespreken met kind, ouders en alle broertjes en zusjes die mee komen. Dat ze dan af en toe over de hoofden van de ouders van ' Appie' (Abdelrahim) op de ouderavond heen praten, is niet zo handig, maar de goede man doet wel zijn best.
In de NOVAreportage ' Het Gymnasium, een wit bastion' onlangs over hetzelfde onderwerp werd door een rector van een ander gymnasium gesproken van ' allochtoonse leerlingen' alsof ze een zeldzame reptielensoort zijn. Zo werden ze op dat gymnasium ook behandeld. ' Dit is onze troetelallochtoon', zegt de hoogblonde Haagse jongen over zijn klasgenoot.
Het verschil tussen de traditionele gymnasiumleerlingen en de nieuwe elite is pijnlijk duidelijk als een meisje een krant moet kopen en nog nooit heeft gehoord van de NRC of Volkskrant. Of als een van de geinterviewde meisjes uitlegt: 'eerst zat ik in de klas met Kaapverdische, Surinaamse, Antilliaanse kinderen en nu zit ik met 90% Hollandse kinderen in de klas- dan voel je je net een kip zonder kop'. Een nieuw publiek, een nieuwe elite vraagt een nieuwe aanpak.
Aaf heeft er een mooi stuk over geschreven, waarin ik me ook herken als oud-gymnasiast- ik moest alleen heel diep graven wie Ebru Omar was. Ha ha!
In de NOVAreportage ' Het Gymnasium, een wit bastion' onlangs over hetzelfde onderwerp werd door een rector van een ander gymnasium gesproken van ' allochtoonse leerlingen' alsof ze een zeldzame reptielensoort zijn. Zo werden ze op dat gymnasium ook behandeld. ' Dit is onze troetelallochtoon', zegt de hoogblonde Haagse jongen over zijn klasgenoot.
Het verschil tussen de traditionele gymnasiumleerlingen en de nieuwe elite is pijnlijk duidelijk als een meisje een krant moet kopen en nog nooit heeft gehoord van de NRC of Volkskrant. Of als een van de geinterviewde meisjes uitlegt: 'eerst zat ik in de klas met Kaapverdische, Surinaamse, Antilliaanse kinderen en nu zit ik met 90% Hollandse kinderen in de klas- dan voel je je net een kip zonder kop'. Een nieuw publiek, een nieuwe elite vraagt een nieuwe aanpak.
Aaf heeft er een mooi stuk over geschreven, waarin ik me ook herken als oud-gymnasiast- ik moest alleen heel diep graven wie Ebru Omar was. Ha ha!
donderdag 2 juli 2009
Museumeducatoren zijn perfect- pleidooi voor nieuwsgierigheid
Wij- educatiemensen- hebben toch een hoog geitenwollensokken imago. Lekker froebelen voor 10 zielige kindjes, of een rondleiding voor een groepje Gooise vrouwen. Tenminste zo denk ik dat sommige buitenstaanders het beroep zien.
Zelf vinden we dat de meest fantastische inhoudelijke, kunsteducatieve, pedagogische programma's bedenken. We zorgen voor het museumpubliek van de toekomst, we brengen creativiteit, verwondering,....we zijn vol passie voor ons vak. Kortom er valt niets meer te verbeteren. Wij museumeducatoren zijn cultuurheiligen, hoeders van ons erfgoed. Amen.
Maar vaak komen er maar drie mensen of -ja zelfs maar liefst!- tien deelnemers opdagen voor ons mooie programma. Misschien toch een beetje te weinig inlevingsvermogen in ons publiek? Of is het toch (weer) de schuld van de afdeling communicatie die ons programma niet heeft gecommuniceerd?
Nee, natuurlijk niet. Ik denk dat wij ons iets moeten aantrekken van ons publiek. Voor wie maken we het? En heeft die groep interesse in het onderwerp? Is er enige nieuwsgierigheid naar wat wij zo graag aan ze willen vertellen? Vandaag zei een vriendin en museumcollega 'dat een potentiele sponsor haar vroeg in haar kindermuseum serieus te overwegen toch ook eens een tentoonstelling te maken over oud speelgoed' En zij merkte terecht op: 'en ja- daar zit een kind natuurlijk op te wachten'. Of in ieder geval dat dacht ze dat maar durfde dat op moment uit beleefdheid niet te zeggen.
Nieuwsgierigheid, hoe werkt dat eigenlijk en waar komt het vandaan? Uit eigen observering weet ik dat museumbezoekers die uit eigen beweging naar het museum komen, nieuwsgieriger zijn. Dit in tegenstelling tot de scholieren die met een verveelde docent voorop door de cultuurcoordinator worden gestuurd naar het museum.
Bekijk de filmpjes en overweeg eens niet verwondering, creativiteit maar grenzeloze nieuwsgierigheid voorop te stellen. Nieuwsgierige bezoekers blijken 'significantly more positive about the museum, more likely to believe the staff cares about them, and more likely to support the museum for philanthropic reasons versus just the family budget. That is, curious adults are more likely to be what we call “Museum Advocates.” And we believe that curious adults are much more likely to raise curious children, for whom creativity is a natural outgrowth.'1
Zelf vinden we dat de meest fantastische inhoudelijke, kunsteducatieve, pedagogische programma's bedenken. We zorgen voor het museumpubliek van de toekomst, we brengen creativiteit, verwondering,....we zijn vol passie voor ons vak. Kortom er valt niets meer te verbeteren. Wij museumeducatoren zijn cultuurheiligen, hoeders van ons erfgoed. Amen.
Maar vaak komen er maar drie mensen of -ja zelfs maar liefst!- tien deelnemers opdagen voor ons mooie programma. Misschien toch een beetje te weinig inlevingsvermogen in ons publiek? Of is het toch (weer) de schuld van de afdeling communicatie die ons programma niet heeft gecommuniceerd?
Nee, natuurlijk niet. Ik denk dat wij ons iets moeten aantrekken van ons publiek. Voor wie maken we het? En heeft die groep interesse in het onderwerp? Is er enige nieuwsgierigheid naar wat wij zo graag aan ze willen vertellen? Vandaag zei een vriendin en museumcollega 'dat een potentiele sponsor haar vroeg in haar kindermuseum serieus te overwegen toch ook eens een tentoonstelling te maken over oud speelgoed' En zij merkte terecht op: 'en ja- daar zit een kind natuurlijk op te wachten'. Of in ieder geval dat dacht ze dat maar durfde dat op moment uit beleefdheid niet te zeggen.
Nieuwsgierigheid, hoe werkt dat eigenlijk en waar komt het vandaan? Uit eigen observering weet ik dat museumbezoekers die uit eigen beweging naar het museum komen, nieuwsgieriger zijn. Dit in tegenstelling tot de scholieren die met een verveelde docent voorop door de cultuurcoordinator worden gestuurd naar het museum.
Bekijk de filmpjes en overweeg eens niet verwondering, creativiteit maar grenzeloze nieuwsgierigheid voorop te stellen. Nieuwsgierige bezoekers blijken 'significantly more positive about the museum, more likely to believe the staff cares about them, and more likely to support the museum for philanthropic reasons versus just the family budget. That is, curious adults are more likely to be what we call “Museum Advocates.” And we believe that curious adults are much more likely to raise curious children, for whom creativity is a natural outgrowth.'1
woensdag 24 juni 2009
Beter goed gejat.....
Ik verlang naar een award...nee niet voor mezelf, maar meer als beloning voor geniale familiemusea of -tentoonstellingen. Ik denk namelijk dat dit een stimulans zou kunnen zijn om meer publieksgericht te werken. Ik weet het: de BankGiro Loterij en eerder al het Prins Bernhard Cultuurfonds hebben al zo'n prijs maar die heeft volgens mij net een ander doel.
Deze prijs volg ik graag in Engeland al een paar jaar (en het mooie is dat ze ook een goede mediapartner hebben gevonden): The Guardian Family friendly award en de jury bestaat uit de families zelf! Dus wint ook een leuk museum in een achteraf plaatsje ergens in Schotland, mooi toch? Kijk op http://www.guardian.co.uk/kidsinmuseums voor meer....
Want wie doet er goed onderzoek en observeert de families (of uberhaupt bezoekers) in Nederlandse musea om daar lering uit te trekken voor volgende tentoonstellingen? Ik ken geen museum en/of universiteitsvakgroep die zich daarmee bezig houdt in Nederland (helaas). Of heeft er iemand tips?
Volgens de Guardian is het bijvoorbeeld belangrijk dat je kinderen een welkom gevoel geeft maar ook dat je een presentatie maakt die voor meer verschillende leeftijden interessant en leuk is. Voor meer tips lees het Kids in Museums Manifesto!
Ik zeg: pikken dat idee!!!! Misschien een nieuwe categorie in de Bank Giro Award of een lekker nieuwe prijs????
Deze prijs volg ik graag in Engeland al een paar jaar (en het mooie is dat ze ook een goede mediapartner hebben gevonden): The Guardian Family friendly award en de jury bestaat uit de families zelf! Dus wint ook een leuk museum in een achteraf plaatsje ergens in Schotland, mooi toch? Kijk op http://www.guardian.co.uk/kidsinmuseums voor meer....
Want wie doet er goed onderzoek en observeert de families (of uberhaupt bezoekers) in Nederlandse musea om daar lering uit te trekken voor volgende tentoonstellingen? Ik ken geen museum en/of universiteitsvakgroep die zich daarmee bezig houdt in Nederland (helaas). Of heeft er iemand tips?
Volgens de Guardian is het bijvoorbeeld belangrijk dat je kinderen een welkom gevoel geeft maar ook dat je een presentatie maakt die voor meer verschillende leeftijden interessant en leuk is. Voor meer tips lees het Kids in Museums Manifesto!
Ik zeg: pikken dat idee!!!! Misschien een nieuwe categorie in de Bank Giro Award of een lekker nieuwe prijs????
donderdag 18 juni 2009
Met kinderen gratis naar het museum
Musea kampen al jaren met de vergrijzing van hun publiek. Uit onderzoek blijkt dat het aandeel 50-plussers binnen het museumpubliek nog steeds toeneemt. Dit is tegen te gaan door meer kinderen en hun veelal jonge ouders aan te trekken. Zo ver zijn veel musea nog lang niet...
Leiden maakt al deze zomer alle musea gratis voor kinderen. Best fijn denk ik stiekem, lekker naar het museum en misschien ook makkelijker om even in en uit te hoppen. Maar als ik eerlijk ben: geld is niet echt een obstakel, maar meer tijd én het idee dat mijn dochter vast niet alle Leidse musea even leuk vindt als ik.
Maar wat las ik laatst? Dat gratis museubezoek voor kinderen helemaal niet zo nodig hoeft van ouders volgens onderzoek. Uit de meest recente MuseumMonitor blijkt dat de meerderheid van de begeleiders van kinderen het vanzelfsprekend vindt om daar extra voor te betalen: gemiddeld heeft men daar 2,43 euro per kind voor over.
Dus zo'n maatregel als in Leiden, maar ook het besluit van minister Plasterk om musea gratis toegankelijk te maken voor kinderen werkt niet? Uit publieksonderzoek in Engeland,
waar gratis toegang al jaren terug is ingevoerd, blijkt dan ook dat de samenstelling van museumpubliek daardoor nauwelijks is veranderd. Daarbij komt dat binnen de totale kosten van een gezinsuitstapje (reiskosten en uitgave aan horeca en souvenirs) de entree voor kinderen een te verwaarlozen aandeel vormt. Het geld en de energie dat in deze gratis openstelling worden gestopt, is echter veel zinvoller te besteden, bepleit onderzoeker Letty Ranshuysen.
Ik denk dat Leiden met deze maatregel toch scoort. Het is namelijk een mooie publiciteitsstunt die bijzonder vriendelijk klinkt en brengt veel ouders op een idee voor hun vrijetijdsbesteding deze zomer.
Daarnaast is het voor veel scholen wel aantrekkelijk om gratis entree te krijgen. Het openbaar vervoer is geen handige optie meer (met de invoering van OVChipkaart is het bijzonder onhandig om met een groep te reizen) en daarnaast is het huren van een bus heel duur. De gratis entree zie ik dan als een doekje voor het bloeden op het vervoersprobleem.
Het zou - naar mijn mening-veel effectiever zijn openbaar vervoer tijdens schooltijd gratis te maken of bussenhuur voor scholen met een educatief doel gratis of goedkoper te maken. Voor de meeste individuele families maakt inderdaad een entree van een paar euro op een dag voor een uitje niet zoveel uit. Zij willen een leuk, kindgericht dagje uit met goede voorzieningen voor ouders en kinderen. En op dat vlak valt nog veel te verbeteren. Een goede uitdaging voor de zomer!
Leiden maakt al deze zomer alle musea gratis voor kinderen. Best fijn denk ik stiekem, lekker naar het museum en misschien ook makkelijker om even in en uit te hoppen. Maar als ik eerlijk ben: geld is niet echt een obstakel, maar meer tijd én het idee dat mijn dochter vast niet alle Leidse musea even leuk vindt als ik.
Maar wat las ik laatst? Dat gratis museubezoek voor kinderen helemaal niet zo nodig hoeft van ouders volgens onderzoek. Uit de meest recente MuseumMonitor blijkt dat de meerderheid van de begeleiders van kinderen het vanzelfsprekend vindt om daar extra voor te betalen: gemiddeld heeft men daar 2,43 euro per kind voor over.
Dus zo'n maatregel als in Leiden, maar ook het besluit van minister Plasterk om musea gratis toegankelijk te maken voor kinderen werkt niet? Uit publieksonderzoek in Engeland,
waar gratis toegang al jaren terug is ingevoerd, blijkt dan ook dat de samenstelling van museumpubliek daardoor nauwelijks is veranderd. Daarbij komt dat binnen de totale kosten van een gezinsuitstapje (reiskosten en uitgave aan horeca en souvenirs) de entree voor kinderen een te verwaarlozen aandeel vormt. Het geld en de energie dat in deze gratis openstelling worden gestopt, is echter veel zinvoller te besteden, bepleit onderzoeker Letty Ranshuysen.
Ik denk dat Leiden met deze maatregel toch scoort. Het is namelijk een mooie publiciteitsstunt die bijzonder vriendelijk klinkt en brengt veel ouders op een idee voor hun vrijetijdsbesteding deze zomer.
Daarnaast is het voor veel scholen wel aantrekkelijk om gratis entree te krijgen. Het openbaar vervoer is geen handige optie meer (met de invoering van OVChipkaart is het bijzonder onhandig om met een groep te reizen) en daarnaast is het huren van een bus heel duur. De gratis entree zie ik dan als een doekje voor het bloeden op het vervoersprobleem.
Het zou - naar mijn mening-veel effectiever zijn openbaar vervoer tijdens schooltijd gratis te maken of bussenhuur voor scholen met een educatief doel gratis of goedkoper te maken. Voor de meeste individuele families maakt inderdaad een entree van een paar euro op een dag voor een uitje niet zoveel uit. Zij willen een leuk, kindgericht dagje uit met goede voorzieningen voor ouders en kinderen. En op dat vlak valt nog veel te verbeteren. Een goede uitdaging voor de zomer!
Kinderen kijken naar kunst in Museum de Paviljoens
woensdag 27 mei 2009
Teksten voor bezoekers (deel 1)
Super interactief en low budget: laat jouw publiek direct reageren met geeltjes. Volgens mij winnaar in de categorie: goed idee maar de uitwerking kan beter.
Deze dierentuin bedacht een leuk openklap systeem, alleen een beetje jammer dat het niveau van de teksten de meeste kinderen veel te moeilijk is, waardoor het blift bij het hard open en dicht doen van de luikjes. 'Help: carnivoor, mama, wat is dat?'
Deze dierentuin bedacht een leuk openklap systeem, alleen een beetje jammer dat het niveau van de teksten de meeste kinderen veel te moeilijk is, waardoor het blift bij het hard open en dicht doen van de luikjes. 'Help: carnivoor, mama, wat is dat?'
Het lijkt of mijn camera kuren had maar iemand had in dit museum bedacht zwarte tekst op een doorzichtige achtergrond te drukken. En dan handig de tekst net even van de muur te bevestigen zodat je het schaduweffect kreeg waardoor de teksten onleesbaar werden.
Ik verzamel van alles. En dat is niet zo gek want ik ben een echt museummens. Die hebben de meest bijzondere verzamelingen, heb ik gemerkt. Ik verzamel museumcartoons (daarover later meer)...maar ik spaar ook museum- of publieksteksten. Heel goede, maar ook superslechte teksten fotografeer ik snel en bewaar ik in het mapje teksten. Ook ben ik dol op onduidelijke logo's en aanwijzingen. Ik wil er een paar met jullie delen. Misschien moet ik een Flickrgroep beginnen met dit onderwerp...of bestaat die al?
zondag 17 mei 2009
Meer Museumlit
Eureka! Ik ben geen boekrecensent maar heb- geloof ik- een nieuw literatuurgenre ontdekt! Museumlit....licht ironische romans of persoonlijke documenten over het werken in het museum. Ik schreef onlangs al over 'Making the mummies dance' door oud- Metdirecteur Thomas Hoving. Daar kan Voskuil met zijn serie het Bureau nog een puntje aanzuigen! Dan heb ik het nog niet eens over de memoires van Frans Haks over de bouw van het Gronings Museum.
Ik ben nu middenin het boek 'The Hound in the Left-Hand Corner' van Giles Waterfield en dat is ook smullen. De beschrijvingen van directeur, trustees en persvoorlichters zijn wellicht wat dik aangezet maar op een bepaalde manier tegelijkertijd briljant.
Museumlit....meer suggesties anyone?
zaterdag 2 mei 2009
Musea en social media
De MuseumMonitor van TNS NIPO geeft, sinds 2003, elk jaar marktinformatie over het Nederlandse museumpubliek, inclusief gegevens over het internetgebruik. De uitkomsten van 2008 zijn gebaseerd op de antwoorden van 8.988 ondervraagde bezoekers, gemeten in 36 musea, verspreid over Nederland.
De Museummonitor 2008 wijst uit dat nieuwe toepassingen, zoals web 2.0, er voor kunnen zorgen dat verschillende mensen – met of zonder een brede interesse in kunst en cultuur – eerder in aanraking komen met het museum en dat het fysieke museumbezoek hierdoor wordt bevorderd. Sinds 2003 is het belang van internet als aanleiding voor het museumbezoek toegenomen; in 2008 haalt driekwart van het museumpubliek wel eens informatie over musea van het internet. Museumbezoekers in de leeftijd van 27 tot en met 50 jaar zoeken het vaakst informatie over museum aanbod op het internet (85%). Net als voorgaande jaren halen bezoekers met kinderen vaker dan het overige publiek informatie over musea van het internet.Virtueel museumbezoek via websites staat ‘echt museumbezoek’ niet in de weg en lijkt dit eerder te bevorderen. Vooral 50-plussers bekijken de museumsites; het is verstandig deze doelgroep in het achterhoofd bij de invulling van de site. Informatie voor jongeren kan beter op andere sites of pagina’s (bijvoorbeeld Hyves) geplaatst worden, waar het beter aansluit op de leefwereld van de jongeren.
Waarom zouden musea zich moeten interesseren voor sociale media? Het antwoord is publieksbereik. In de jaren ’90 ontstond bij musea en erfgoedinstellingen het besef dat er een website moest komen zodat potentieel bezoek je kon vinden op het web via zoekmachines. Het gebruik van het internet verandert op dit moment in een rap tempo. Terwijl het web in het jaar 2000 werd gedomnieerd door de zoekmachines en de computer werd gebruikt als naslagwerk, wordt het vanaf dit moment meer en meer gebruikelijk dat mensen je kunnen vinden via hun persoonlijk sociale netwerken. Vraag een universitaire student naar zijn of haar homepage en het antwoord is waarschijnlijk Facebook en niet Google. ‘Two-thirds of the world’s Internet
population1 visit a social network or blogging site and the sector now accounts for almost 10% of all internet time. The worldwide market reach of social networks and other "member community sites" is growing rapidly, and it seems likely that Facebook and other social networking sites will continue to attract older, more mainstream audiences.’ (Global Faces and Networked Places, A Nielsen report on Social Networking’s, New Global Footprint, maart 2009)
Het is dus aan musea om te beslissen of zij mee willen gaan met deze trend. Het betekent dat musea weloverwogen een keuze moeten maken of zij vroeger of later participeren in deze trend. Het zou goed zijn eens terug te denken aan de tijd dat de keuze voor wel of geen website werd gemaakt. Op welke argumenten was die beslissing gebaseerd? Werd de boot gemist omdat de organisatie te lang twijfelde over het nut? Of werd er geld verspild door te vroeg in te stappen in een ongetest project. Er is nog voldoende tijd om belangrijke beslissingen te nemen, maar de nieuwe ontwikkeling van het web is onomkeerbaar ingezet.
Een klein eigen onderzoekje onder diverse Nederlandse musea leverde op dat veel instellingen bezig zijn zich meer in de digitale wereld te verdiepen maar dat er nog weinig echt gebeurt. 2.0 staat in museumland nog in de kinderschoenen. De grote musea hebben fantastische websites maar maken een Hyves aan waar ze vervolgens niets meer mee doen. Ook de aanwezigheid van 'de grote jongens' op bijvoorbeeld Twitter is nog minimaal. Boijmans heeft welgeteld een tweet geplaatst. Het Van Goghmuseum is in Nederland het meest actief met een kleine veertig tweets. In het buitenland en dan vooral in de Verenigde Staten wordt 2.0 in het museum geïntegreerd. Voorloper Brooklyn Museum in New York is zeer actief: zij hebben een blog, twitteren, hebben een YouTubekanaal en een Facebookpagina maar programmeren ook 2.0 met ‘Click, a crowd curated exhibition’ (http://www.brooklynmuseum.org/exhibitions/click ) en laten hun publiek de collectie van woordlabels (tags) voorzien.
De Museummonitor 2008 wijst uit dat nieuwe toepassingen, zoals web 2.0, er voor kunnen zorgen dat verschillende mensen – met of zonder een brede interesse in kunst en cultuur – eerder in aanraking komen met het museum en dat het fysieke museumbezoek hierdoor wordt bevorderd. Sinds 2003 is het belang van internet als aanleiding voor het museumbezoek toegenomen; in 2008 haalt driekwart van het museumpubliek wel eens informatie over musea van het internet. Museumbezoekers in de leeftijd van 27 tot en met 50 jaar zoeken het vaakst informatie over museum aanbod op het internet (85%). Net als voorgaande jaren halen bezoekers met kinderen vaker dan het overige publiek informatie over musea van het internet.Virtueel museumbezoek via websites staat ‘echt museumbezoek’ niet in de weg en lijkt dit eerder te bevorderen. Vooral 50-plussers bekijken de museumsites; het is verstandig deze doelgroep in het achterhoofd bij de invulling van de site. Informatie voor jongeren kan beter op andere sites of pagina’s (bijvoorbeeld Hyves) geplaatst worden, waar het beter aansluit op de leefwereld van de jongeren.
Waarom zouden musea zich moeten interesseren voor sociale media? Het antwoord is publieksbereik. In de jaren ’90 ontstond bij musea en erfgoedinstellingen het besef dat er een website moest komen zodat potentieel bezoek je kon vinden op het web via zoekmachines. Het gebruik van het internet verandert op dit moment in een rap tempo. Terwijl het web in het jaar 2000 werd gedomnieerd door de zoekmachines en de computer werd gebruikt als naslagwerk, wordt het vanaf dit moment meer en meer gebruikelijk dat mensen je kunnen vinden via hun persoonlijk sociale netwerken. Vraag een universitaire student naar zijn of haar homepage en het antwoord is waarschijnlijk Facebook en niet Google. ‘Two-thirds of the world’s Internet
population1 visit a social network or blogging site and the sector now accounts for almost 10% of all internet time. The worldwide market reach of social networks and other "member community sites" is growing rapidly, and it seems likely that Facebook and other social networking sites will continue to attract older, more mainstream audiences.’ (Global Faces and Networked Places, A Nielsen report on Social Networking’s, New Global Footprint, maart 2009)
Het is dus aan musea om te beslissen of zij mee willen gaan met deze trend. Het betekent dat musea weloverwogen een keuze moeten maken of zij vroeger of later participeren in deze trend. Het zou goed zijn eens terug te denken aan de tijd dat de keuze voor wel of geen website werd gemaakt. Op welke argumenten was die beslissing gebaseerd? Werd de boot gemist omdat de organisatie te lang twijfelde over het nut? Of werd er geld verspild door te vroeg in te stappen in een ongetest project. Er is nog voldoende tijd om belangrijke beslissingen te nemen, maar de nieuwe ontwikkeling van het web is onomkeerbaar ingezet.
Een klein eigen onderzoekje onder diverse Nederlandse musea leverde op dat veel instellingen bezig zijn zich meer in de digitale wereld te verdiepen maar dat er nog weinig echt gebeurt. 2.0 staat in museumland nog in de kinderschoenen. De grote musea hebben fantastische websites maar maken een Hyves aan waar ze vervolgens niets meer mee doen. Ook de aanwezigheid van 'de grote jongens' op bijvoorbeeld Twitter is nog minimaal. Boijmans heeft welgeteld een tweet geplaatst. Het Van Goghmuseum is in Nederland het meest actief met een kleine veertig tweets. In het buitenland en dan vooral in de Verenigde Staten wordt 2.0 in het museum geïntegreerd. Voorloper Brooklyn Museum in New York is zeer actief: zij hebben een blog, twitteren, hebben een YouTubekanaal en een Facebookpagina maar programmeren ook 2.0 met ‘Click, a crowd curated exhibition’ (http://www.brooklynmuseum.org/exhibitions/click ) en laten hun publiek de collectie van woordlabels (tags) voorzien.
Culturele instellingen actief op twitter http://tinyurl.com/dfcruq en lees aanvullingen
woensdag 29 april 2009
Op de boekenplank
Ik ben dol op lezen. Ik meen me te herinneren dat ik als 4 jarige enorm gefrusteerd was dat ik de borden op straat en de ondertiteling op tv niet kon lezen. Ik heb mijzelf lezen geleerd voor ik vijf was.
Lezen opent een nieuw venster op de wereld, tenminste als het een goed boek is. Als museumprofessional heb ik ontzettend veel plezier beleefd aan dit boek:
Making the Mummies Dance Thomas Hoving
Inside the Metropolitan Museum of Art
De voormalige directeur van het Metropolitan Museum of Art onthult hoe zijn leven eruit zag in de jaren '60. Daarbij schroomt hij niet zijn keiharde observeringen over zijn collega's, de trustees en de rijke verzamelaars maar ook over zichzelf met de lezer te delen.
Lezen opent een nieuw venster op de wereld, tenminste als het een goed boek is. Als museumprofessional heb ik ontzettend veel plezier beleefd aan dit boek:
Making the Mummies Dance Thomas Hoving
Inside the Metropolitan Museum of Art
De voormalige directeur van het Metropolitan Museum of Art onthult hoe zijn leven eruit zag in de jaren '60. Daarbij schroomt hij niet zijn keiharde observeringen over zijn collega's, de trustees en de rijke verzamelaars maar ook over zichzelf met de lezer te delen.
Lezen dat boek!
maandag 30 maart 2009
Ranking the...museumtoiletten ;-)
Diverse musea krijgen tegenwoordig bezoek van 'narb-ers'. Een nieuw soort museumbezoekers, zul je denken? Het zijn in ieder geval mensen met een mening én mensen in bezit van mobiel internet. Op de site http://narb.me/ (nog beta versie) kun je commentaar geven en (kunst)tentoonstellingen een beoordeling geven. Ranking the arts exhibition dus. Nu nog alleen voor mensen met een IPhone en diegene die mobiel internet hebben, een bescheiden groepje-dat wel snel groter wordt natuurlijk. Best goed idee, maar een vriend vroeg mij vanavond: 'is dat groepje wel representatief voor de meeste museumbezoekers?' Ik zei: 'Nee misschien niet: de narbleeftijd (ik schat de meeste narb-ers tussen de 20 en 40 jaar) is jonger dan de gemiddelde museumbezoeker'. Dat neemt niet weg dat het best een goed idee is, narb me. In de museumwereld wordt er volgens mij wat gemengd op gereageerd. De 1.0 mensen moeten- nog steeds- wennen aan het idee dat mensen een mening over je hebben die niet altijd onverdeeld positief is. Mijn idee is: hoe meer meningen hoe meer uitgebalanceerd de mening is die over je wordt geventileerd. En ja: vroeger gebeurde dat alleen in de kroeg, per telefoon of bij de bushalte en nu gebeurt dat- voor iedereen leesbaar- op internet. Wie weet kun je er soms ook nog iets van leren...
Ranking is wel in de mode. BNN Today laat luisteraars het nieuws ranken. Tegenwoordig kun je zelfs wc's ranken! Misschien een idee om ook museumtoiletten te ranken? Ga naar http://www.sitorsquat.com/sitorsquat/home en geef jouw mening, compleet met IPhone/ Blackberry applet. En een handig kaartje zodat je schone toiletten bij jou in de buurt kunt vinden. Maar in Nederland kunnen er nog wel wat meer aangemeld worden, wel handig...vooral als je nodig moet.
Hieronder de beste toiletscene ooit....maar zal wel laag eindigen op de ranking...die toilet......
Ranking is wel in de mode. BNN Today laat luisteraars het nieuws ranken. Tegenwoordig kun je zelfs wc's ranken! Misschien een idee om ook museumtoiletten te ranken? Ga naar http://www.sitorsquat.com/sitorsquat/home en geef jouw mening, compleet met IPhone/ Blackberry applet. En een handig kaartje zodat je schone toiletten bij jou in de buurt kunt vinden. Maar in Nederland kunnen er nog wel wat meer aangemeld worden, wel handig...vooral als je nodig moet.
Hieronder de beste toiletscene ooit....maar zal wel laag eindigen op de ranking...die toilet......
maandag 16 maart 2009
Door de bril van....Museumblogger vraagt zich af
Wat een mooi plaatje he? Dit staat voor mij symbool voor de worsteling van presenteren. Want zo'n soort plaatje zien we graag: een voyeuristisch kiekje met een lekkere traditionele saus.
Kortom, veel vragen en weinig antwoorden vandaag.
Ik vraag me vaak af: hoe presenteer je? Vertel je je eigen verhaal, of dat van anderen? Blijf je vasthouden aan jouw eigen perspectief of probeer je je in te leven in de ander? Zeker als je over een andere cultuur of tijd vertelt? Wil je dan zo dichtbij mogelijk blijven bij het verhaal van die ander? Een historisch of 'volkenkundig' juist verhaal lijkt een (politiek) correcte keuze, maar is dat wel haalbaar? En wat is dat verhaal dan precies en welke schakeringen laat je omwille van de grote lijnen weg? En wat is een cultuur? En als de Britten het niet eens weten....
Met de opkomst van populair rechts krijgen dit soort vragen zelfs een politieke lading, merk ik terwijl ik dit schrijf.
Binnenkort hebben we tentoonstelling over kimono's in huis. De tentoonstelling komt uit de collectie van een verzamelaar. Die heeft met zijn eigen 'bril op' verzameld en gedocumenteerd. Daarmee heb je een verzameling objecten die elk hun eigen verhaal maar samen ook weer een bepaald verhaal vertellen. Dan is er toch niets mis mee om dat verhaal te volgen, niet?
dinsdag 10 maart 2009
vrijdag 27 februari 2009
Krasse knarren
Ouderen kunnen weer mee met de museumbus
'Senioren uit Limburg kunnen zich opgeven voor het project de Museum Plus Bus. Bedoeling van het project is dat ouderen een dag gratis naar een museum kunnen. In 2008 bleek de Museum Plus Bus een groot succes te zijn.
Vorig jaar reed de bus 255 dagen en vervoerde ze 10.000 mensen naar een van de zeven samenwerkende musea. Verzorgingstehuizen en ouderenorganisaties krijgen binnenkort bericht om zich aan te melden voor het project. De Museum Plus Bus kan door diverse donaties de komende drie jaar blijven rijden.' (bron L1)
Hmmmmmmm mogen wij -als culturele instelling- ook meedoen?
Handleiding Twitter
Deze is erg handig: http://www.jeroenmirck.nl/twitter-top-40/ (wel even scrollen)
Meer info over gebruikers: (beetje belegen):
http://www.techcrunch.com/2008/12/22/the-state-of-the-twittersphere-hubspot-edition/
Op Twitter noem je dit Retweet (ofwel citeren :-)
De Kracht Van Twitter
Meer info over gebruikers: (beetje belegen):
http://www.techcrunch.com/2008/12/22/the-state-of-the-twittersphere-hubspot-edition/
Op Twitter noem je dit Retweet (ofwel citeren :-)
De Kracht Van Twitter
woensdag 28 januari 2009
1 april...
De Zweedse televisie maakte ooit de kijkers wijs dat je kleurentelevisie kreeg door een nylonkous over het scherm te spannen.
1 april is alweer in aantocht. Ik ben dol op virtuele musea en vond dit bijzondere exemplaar onlangs. Het Museum of Hoaxes toont de meest bizarre, opmerkelijke grappen, trucs en verbluffende staaltjes van hoaxes. Ze heben ook de top 100 met beste-1-april-grappen-aller-tijden. Misschien ter inspiratie gebruiken van een 1 april stunt?
dinsdag 13 januari 2009
Twitter en Hacking Ikea
Ik Twitter! En niet eens zo heel vaak. Maar leuk en interessant is het wel. In eerste instantie deed ik het vooral om uit te vinden wat het was. Je kunt korte boodschapjes van mensen lezen en zij die van jou (zo word ik sinds vandaag gevolgd door een Israelische internetactivist- help! waarom volgt die mij?- oh hij werkt ook in een museum- oef, gelukkig niet iets om gelijk te blocken dus).
Ik dacht namelijk toen ik begon met Twitter: wat vinden mensen boeiend eraan om te lezen of Pietje Puck zijn kat eten geeft, een rot buschauffeur heeft of een nieuwe telefoon zoekt? En natuurlijk vind je dit soort info voldoende op Twitter.....maarrr het is ook een manier om leuke, interessante mensen te volgen over de hele wereld, bijvoorbeeld mensen met hetzelfde beroep als jij of met dezelfde interesses. Of mensen die je kent maar niet zo vaak ziet toch te volgen op afstand.
Bovendien vind je op Twitter een bepaald soort mensen 1. ze zijn digitaal 2. ze zijn supernieuwsgierig 3. ze vinden het leuk om van alles te delen en te vragen met en aan jan en alleman. (moest dat laatste nu met of zonder streepjes, help Nationaal Dictee, help Philip Freriks!). En dat vind een goed idee. Op Twitter dus vond ik het fab idee om een Ikea tafeltje te hacken. Dat lijkt me wel wat.
Hacking Ikea was een tentoonstelling tijdens de Dutch Design Week en heeft zelfs een eigen blogspot. Zo kun je allerlei spullen van Ikea ombouwen tot iets nuttigers, mooiers of fijners en dan is het niet erg als je schroefjes overhoudt. En....je mag zelf weer een mooie scandinavische naam voor je eigen ontwerp bedenken. Hoera!!!!!!!!
PS Als je twittert, je kunt me vinden op http://twitter.com/femkeh
Ik dacht namelijk toen ik begon met Twitter: wat vinden mensen boeiend eraan om te lezen of Pietje Puck zijn kat eten geeft, een rot buschauffeur heeft of een nieuwe telefoon zoekt? En natuurlijk vind je dit soort info voldoende op Twitter.....maarrr het is ook een manier om leuke, interessante mensen te volgen over de hele wereld, bijvoorbeeld mensen met hetzelfde beroep als jij of met dezelfde interesses. Of mensen die je kent maar niet zo vaak ziet toch te volgen op afstand.
Bovendien vind je op Twitter een bepaald soort mensen 1. ze zijn digitaal 2. ze zijn supernieuwsgierig 3. ze vinden het leuk om van alles te delen en te vragen met en aan jan en alleman. (moest dat laatste nu met of zonder streepjes, help Nationaal Dictee, help Philip Freriks!). En dat vind een goed idee. Op Twitter dus vond ik het fab idee om een Ikea tafeltje te hacken. Dat lijkt me wel wat.
Hacking Ikea was een tentoonstelling tijdens de Dutch Design Week en heeft zelfs een eigen blogspot. Zo kun je allerlei spullen van Ikea ombouwen tot iets nuttigers, mooiers of fijners en dan is het niet erg als je schroefjes overhoudt. En....je mag zelf weer een mooie scandinavische naam voor je eigen ontwerp bedenken. Hoera!!!!!!!!
PS Als je twittert, je kunt me vinden op http://twitter.com/femkeh
vrijdag 2 januari 2009
Dresscode voor museumdirecteuren
Pijbes
Van Twist
Gordenker (linksvoor)
Van Krimpen (rechts)
Tempel
'En verder praat ik mijn opvolger Benno Tempel een beetje bij. Ik ga hem geen handleiding geven, want hij moet het op zijn eigen manier doen. Maar wat tips waarop hij moet letten, kunnen geen kwaad. Ik heb bijvoorbeeld gezegd: je moet je haar iets korter dragen en niet te veel frivole hemdjes, want je bent nu wel directeur van het Gemeentemuseum. Sinds Wim Pijbes directeur is van het Rijksmuseum, zie je de pijpen van zijn broeken toch ook steeds iets wijder worden.” zei scheidend Gemeentemuseumdirecteur Wim van Krimpen onlangs.
Van Krimpen (rechts)
Tempel
Misschien een prijs voor best geklede museumdirecteur van Nederland (of stel je eigen top drie samen). Have your pick!
Abonneren op:
Posts (Atom)